Ecologisch tuinonderhoud

Richtlijnen voor partners van vzw TuinVrienden

 

Versie: 1.0 Datum: februari 2025

1. Inleiding

vzw TuinVrienden streeft naar het bevorderen van ecologisch, duurzaam en natuurinclusief tuinieren in Vlaanderen. We werken samen met partners (tuinaannemers en maatwerkbedrijven) om onze leden een kwalitatief hoogstaand en ecologisch verantwoord tuinonderhoud aan te bieden. Deze richtlijnen dienen als basis voor het onderhoud van de tuinen van onze leden binnen onze dienst tuinonderhoudsabonnement. Ze zijn geïnspireerd door de principes van ecologisch tuinieren, de visie van de Tuinrangers en de permacultuur, en zijn afgestemd op de verschillende tuinbiotopen die in Vlaanderen voorkomen.

2. Algemene principes

  • Respect voor de natuur: Minimaliseer de impact op het milieu en bevorder de biodiversiteit in de tuin.
  • Gesloten kringlopen: Stimuleer het hergebruik van organisch materiaal en water binnen de tuin.
  • Preventie boven bestrijding: Voorkom problemen door een gezonde bodem en sterke planten te creëren. Gebruik nooit chemische bestrijdingsmiddelen of kunstmest.
  • Inheemse beplanting: Geef de voorkeur aan inheemse planten die aangepast zijn aan de lokale omstandigheden en die een meerwaarde bieden voor de lokale fauna.
  • Minimale verstoring: Werk met respect voor de bestaande ecosystemen in de tuin.
  • Observatie en leren: Blijf de tuin observeren en leer van de natuur. Pas het onderhoud aan op basis van de specifieke behoeften van de tuin.
  • Communicatie: Communiceer helder en transparant met de klant (het lid van TuinVrienden) over de uit te voeren werkzaamheden en de ecologische principes die daarbij gehanteerd worden.

3. Tuinbiotopen en onderhoudsmaatregelen

(De volgende secties beschrijven onderhoudsmaatregelen per biotoop. De concrete invulling gebeurt steeds in overleg met TuinVrienden en in functie van de specifieke situatie in de tuin.)

3.1 Bloemrijk gazon (Graslandbiotoop):

  • Maaien:
    • Maai gefaseerd: laat altijd minstens 1/3 deel van het gazon langer, zodat insecten en andere dieren er kunnen schuilen en voedsel vinden.
    • Maai enkel en alleen wanneer bij het uitstellen van deze maaibeurt het gras/kruiden bij een volgend tuinonderhoud te lang zouden zijn om nog met een krachtig grasmaaier het werk te kunnen uitvoeren.
    • Maai altijd met opvanbak. Het maaisel mag, indien aanwezig, in een doorvoor voorziene compostbak uitgekapt worden.
  • Bemesten: Nooit. Doorzaaien van kruiden gebeurt met wit kwartszand.
  • Verticuteren: Nooit, met uitzondering wanneer TuinVrienden de opdracht geeft om een deel door te zaaien met kruiden.
  • Onkruidbestrijding: Spontane (gewenste) kruiden mogen opkomen in het gazon, met uitzondering van opschot van jonge bomen, japanse duizendknoop, brandnetel of distel. Verwijder handmatig en gebruik nooit chemische onkruidverdelgers.
  • Water geven: Nooit.

3.2 Border/Bloemperk:

  • Plantenkeuze: Deze borders bestaan uit reeds aanwezige planten + planten geadviseerd door TuinVrienden.
  • Bodemverbetering: 
    • Wanneer gekozen voor een nutriëntenrijke border moet de bodemstructuur jaarlijks verbeterd worden door organisch materiaal tussen de planten aan te brengen als mulchlaag. Compostlaag van min. 2cm, aan te brengen in 
  • Snoeien: Snoei vaste planten en struiken op het juiste moment en op de juiste manier, met respect voor de bloei en de natuurlijke groeivorm. Laat uitgebloeide bloemen en zaaddozen staan als voedsel en schuilplaats voor dieren.
  • Wieden: Verwijder ongewenste kruiden regelmatig, bij voorkeur handmatig.
  • Mulchen: Bedek de bodem tussen de planten met een laag organisch materiaal (houtsnippers, cacaodoppen, bladeren) om vocht vast te houden, onkruidgroei te onderdrukken en het bodemleven te stimuleren.
  • Bemesten: Gebruik organische meststoffen in het voorjaar.

3.3 Hagen en Struiken:

  • Snoeien: Snoei hagen en struiken op het juiste moment, rekening houdend met de bloeiperiode en de functie van de plant (voedsel, schuilplaats). Snoei bij voorkeur gefaseerd, zodat er altijd voldoende schuil- en voedselmogelijkheden blijven voor dieren. Gebruik scherp en schoon gereedschap om snoeiwonden te minimaliseren.
  • Vormsnoei: Snoei hagen in een natuurlijke vorm, en niet in strakke, geometrische vormen.
  • Inheemse soorten: Gebruik bij het aanplanten van een nieuwe haag of struik steeds inheemse soorten.

3.4 Bomen:

  • Snoeien: Beperk het snoeien van bomen tot het noodzakelijke. Verwijder dode, zieke of beschadigde takken. Laat bij voorkeur een professionele boomverzorger de snoeiwerken uitvoeren, zeker bij grote bomen.
  • Standplaatsverbetering: Verbeter de standplaats van bomen door de bodem te verrijken met organisch materiaal en de boomspiegel vrij te houden van gras en onkruid.
  • Controle: Controleer bomen regelmatig op ziekten, plagen en stabiliteitsproblemen.

3.5 Moestuin (indien aanwezig):

  • Vruchtwisseling: Pas vruchtwisseling toe om bodemuitputting en ziekten te voorkomen.
  • Combinatieteelt: Combineer verschillende planten die elkaar versterken en plagen weren.
  • Natuurlijke bestrijding: Gebruik natuurlijke vijanden (lieveheersbeestjes, sluipwespen) en biologische middelen om plagen te bestrijden.
  • Composteren: Gebruik eigen compost om de bodem te verrijken.
  • Mulchen: Bedek de bodem tussen de planten met een laag organisch materiaal.
  • Water geven: Gebruik bij voorkeur opgevangen regenwater.

3.6 Geveltuin:

  • Klimplanten: Kies voor inheemse klimplanten die geschikt zijn voor de standplaats (zon/schaduw, bodemtype). Zorg dat de klimplanten niet in de dakgoot, onder de dakpannen of in voegen groeien.
  • Snoeien: Snoei de klimplanten regelmatig om te voorkomen dat ze gaan woekeren of schade veroorzaken aan de gevel of omliggende structuren.
  • Controle spankabels: Controleer de spankabels of andere klimhulpen regelmatig op stabiliteit en bevestiging.
  • Water geven: Geef de planten voldoende water, vooral tijdens droge periodes.
  • Bemesten: Bemest de planten indien nodig met organische meststoffen.

3.7 Waterpartijen (vijver, poel):

  • Onderhoud: Verwijder overtollige plantengroei, bladeren en slib om de waterkwaliteit op peil te houden.
  • Plantenkeuze: Zorg voor een evenwichtige mix van zuurstofplanten, oeverplanten en drijfplanten.
  • Dieren: Creëer in- en uitstapplaatsen voor dieren (kikkers, egels).
  • Natuurlijke vijver: Streef naar een natuurlijk evenwicht en vermijd het gebruik van chemische middelen en filters.

3.8 Verhardingen:

  • Verwijder agressieve onkruiden zoals heermoes, distel, brandnetels.
  • Verwijder zaailingen van bomen & struiken die geen kans hebben om te ontwikkelen of overlast bezorgen.
  • Borstel de verharding regelmatig.
  • Verwijder zwerfvuil.

4. Materiaal en Gereedschap

  • Gebruik bij voorkeur handgereedschap of elektrisch gereedschap op accu. Vermijd het gebruik van lawaaierige en vervuilende machines op benzine.
  • Gebruik duurzame en kwalitatieve gereedschappen die lang meegaan.
  • Onderhoud het gereedschap goed en laat het indien nodig repareren.
  • Gebruik geen chemische bestrijdingsmiddelen, onkruidverdelgers of kunstmest.
  • Gebruik bij voorkeur biologisch afbreekbare producten.
  • Gebruik zoveel mogelijk gerecyclede en lokale materialen.

5. Communicatie en Rapportage

  • De tuinaannemer/het maatwerkbedrijf onderhoudt regelmatig contact met de klant (het lid van TuinVrienden) over de uitgevoerde werkzaamheden en eventuele bijzonderheden.
  • Er wordt een logboek bijgehouden van de uitgevoerde werkzaamheden, de gebruikte materialen en de waargenomen ontwikkelingen in de tuin.
  • De tuinaannemer/het maatwerkbedrijf rapporteert periodiek aan vzw TuinVrienden over de voortgang van het onderhoud en de staat van de tuinen.

6. Opleiding en Vorming

  • TuinVrienden organiseert regelmatig opleidingen en vormingsmomenten voor haar partners (tuinaannemers en maatwerkbedrijven) om hun kennis over ecologisch tuinonderhoud up-to-date te houden.
  • De partners worden gestimuleerd om zelf ook relevante opleidingen te volgen.

7. Evaluatie en Bijsturing

  • Deze richtlijnen worden regelmatig geëvalueerd en bijgestuurd op basis van de ervaringen in de praktijk, nieuwe inzichten en ontwikkelingen op het gebied van ecologisch tuinieren.
  • Er wordt feedback gevraagd aan de klanten (leden van TuinVrienden) en de partners (tuinaannemers en maatwerkbedrijven) om de dienstverlening continu te verbeteren.